Kees was in een vorig leven timmerman en Klaries richtte etalages in van grote winkelketens. Sinds vier jaar runnen ze samen een melkveehouderij.
Klaries is wat later. Want de buurman belt net dat een van zijn schapen op zijn rug langs het spoor ligt. Klaries is er op een drafje naartoe om te kijken of hij nog leeft en zo ja, of het lukt om het dier om te draaien. Maar helaas. Hij is aangevreten door een vos en niet meer te redden. Welkom op de boerderij van Kees en Klaries.
Hoe ziet een dag op de boerderij eruit?
Kees: ‘Ik begin rond zes uur ’s ochtends. Eerst stel ik op de computer het voer samen en geef de
voerrobot de opdracht welke hoeveelheden en op welke tijden hij moet voeren. Een robot voert iedere keer een klein beetje, dat gaat 24 uur per dag door, zo blijven de koeien meer in beweging. Dan ga ik naar de koeien. Ik kijk welke tochtig (vruchtbaar, red.) zijn, die worden kunstmatig bevrucht in de separatieruimte. Ik maak de melkrobots schoon, voer de kalfjes, kijk of ze klauwproblemen hebben. Zieke koeien behandelen we. De koeien worden door robots gemolken en de melk gaat naar de Beemsterkaasfabriek. We werken zeven dagen per week. Het is een levensstijl waar je voor kiest. De dieren horen bij ons gezin. In al die jaren ben ik vier dagen vrij geweest, we gingen hotelhoppen en fietsen in de kop van Noord-Holland. Dat is mijn eigen schuld hoor, ik vind het moeilijk om het aan een ander over te laten.’
Hoe vinden de kinderen het hier?
Kees: ‘Het zijn stadse kinderen, dat merken we aan hoeveel ze op hun telefoon willen zitten. Maar hier zijn ze veel buiten. Ze kunnen zoveel herrie maken als ze willen, de eerste buurman zit 500 meter verderop. Onze pleegkinderen zijn allebei echte knuffelaars, ze zijn dol op onze twee honden en twee katten. We hebben hier naast de 170 koeien ook nog 5 knuffelschapen, 2 honden, 2 katten en 20 kippen rondlopen. Als de kinderen zin hebben om te helpen op de boerderij dan mag het, maar het hoeft niet. Ik zoek geen knecht.’
Hoe kwamen jullie op de boerderij terecht?
Kees: ‘Ik wilde als jonge jongen al boer worden, maar ik werd timmerman. Daarna ben ik als melker gaan werken, bij een boer met 550 koeien. Deze boer had een broer die stopte met zijn boerderij. Er kwam een andere boer in. Die zou ik drie dagen gaan helpen. Dat werden zes weken. Uiteindelijk werd ik de bedrijfsleider en ging ik hier wonen. Want die boer heeft nog vijf andere boerderijen, die woont hier niet.
Klaries: ‘Ik was etaleur en een echt meisje-meisje. Toen ik Kees leerde kennen verhuisde ik al snel naar de boerderij. Mijn familie stond vol verbazing te kijken. Maar de omgang met dieren vind ik heel leuk. Je werkt aan huis, het is een heel ander leven.’
‘Het zijn stadse kinderen. Maar ze zijn hier veel buiten’
Hoe ziet een dag op de boerderij eruit?
Kees: ‘Ik begin rond zes uur ’s ochtends. Eerst stel ik op de computer het voer samen en geef de voerrobot de opdracht welke hoeveelheden en op welke tijden hij moet voeren. Een robot voert iedere keer een klein beetje, dat gaat 24 uur per dag door, zo blijven de koeien meer in beweging. Dan ga ik naar de koeien. Ik kijk welke tochtig (vruchtbaar, red.) zijn, die worden kunstmatig bevrucht in de separatieruimte. Ik maak de melkrobots schoon, voer de kalfjes, kijk of ze klauwproblemen hebben. Zieke koeien behandelen we. De koeien worden door robots gemolken en de melk gaat naar de Beemsterkaasfabriek. We werken zeven dagen per week. Het is een levensstijl waar je voor kiest. De dieren horen bij ons gezin. In al die jaren ben ik vier dagen vrij geweest, we gingen hotelhoppen en fietsen in de kop van Noord-Holland. Dat is mijn eigen schuld hoor, ik vind het moeilijk om het aan een
ander over te laten.’
Hoe vinden de kinderen het hier?
Kees: ‘Het zijn stadse kinderen, dat merken we aan hoeveel ze op hun telefoon willen zitten. Maar hier zijn ze veel buiten. Ze kunnen zoveel herrie maken als ze willen, de eerste buurman zit 500 meter verderop. Onze pleegkinderen zijn allebei echte knuffelaars, ze zijn dol op onze twee honden en twee katten. We hebben hier naast de 170 koeien ook nog 5 knuffelschapen, 2 honden, 2 katten en 20 kippen rondlopen. Als de kinderen zin hebben om te helpen op de boerderij dan mag het, maar het hoeft niet. Ik zoek geen knecht.’
Wil je weten waarom Kees en Klaries pleegouder zijn geworden en hoe het er met twee pubers op de boerderij aan toegaat? Lees verder