Pleegzorgwerker Evelyn Smith begeleidt vooral pubers. Ze merkt dat pleegouders en pleegkinderen allebei gezien willen worden, maar elkaar niet altijd begrijpen. ‘Soms loop ik vast tijdens mijn werk. Dan pak ik mijn gitaar en gaat mijn creatieve brein weer aan.’
‘Als ik de deur uitloop en voel: iedereen heeft iets aan dit gesprek gehad. Dát zijn de momenten waar ik het voor doe. Het is hard werken, zeker omdat mijn caseload grotendeels uit pubers bestaat. Die willen zelf hun leven bepalen en dat levert nog wel eens onbegrip op in het pleeggezin. Zo begeleid ik de veertienjarige Sasha, die haar opa en oma als pleegouders heeft. Zij zit midden in de puberteit en heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis. Dat zorgt voor veel clashes. Het meisje voelt zich afgewezen als haar grootouders bezorgd vragen wat ze aan het doen is en reageert dan opstandig. Opa en oma denken op hun beurt: wij helpen jou, maar jij bent altijd boos op ons! Het voelt fijn dat ik ze in het gesprek kan begeleiden. Zo worden emoties getemperd en begrijpen ze wat er achter elkaars gedrag en opmerkingen ligt. Ze begrijpen elkaars taal weer.
Als ik vastloop, ga ik even pingelen’
Werken als pleegzorgwerker betekent vaak dat je jarenlang betrokken bent. Dus investeer je tijd om elkaar te leren kennen en te vertrouwen. Die langdurige betrokkenheid spreekt me erg aan, daarom maakte ik de switch van de kortere crisissituaties binnen de jeugdbescherming en het Blijfhuis naar pleegzorg. Pleegzorg is onvoorspelbaar. Soms bedenk ik vooraf om een plan te bespreken met pleegouders, maar blijkt er van alles aan de hand en is een ander gesprek nodig. Dan moet je daar op insteken. Het werk vraagt een flexibele instelling en je moet steeds afstemmen wat een kind of gezin nodig heeft. Daarom moet ik ook goed voor mezelf zorgen. Dat doe ik door een gesprekje met een collega, even wandelen tussen de afspraken door of gitaar te spelen.
Ik heb zowel thuis als op kantoor een gitaar en ik schrijf eigen nummers. In het spelen kan ik mijn emoties kwijt en dan helpt om even afstand te nemen. Als ik vastloop met een gezin en even zit te pingelen, gaat mijn creatieve brein aan. Naderhand heb ik dan ineens een idee hoe ik die lastige situatie kan aanvliegen.’