Informatief

‘Ik wil zijn verhaal optekenen, helemaal’

Levensverhaal in de praktijk

Rebecca en haar man zijn pleegouders van hun kleinzoon Flinn. Ze werken aan een levensverhaal voor hem.

Flinn woont sinds zijn tweede bij ons. Zijn moeder is een van onze vier kinderen. Ze was zwakbegaafd en raakte op haar 21ste zwanger. Ze woonde ver van ons vandaan, in het oosten van Nederland. Haar leven was een rommeltje. En ze was behoorlijk verslaafd. Eens per maand kwam ze een week met Flinn bij ons. Dan kleedden we hem, verzorgden ze, dan kwamen ze tot rust. En dan vertrok ze weer.

Na twee jaar is ze in een vakantiehuisje hier in de buurt gaan wonen. We dachten, dat kan ze wel, wij zijn in de buurt. Maar het ging niet. Ze nam een overdosis medicijnen, Veilig Thuis kwam in actie, en ze kwamen beiden bij ons wonen. Dat ging niet. We hadden nog twee jongens thuis, het was te onrustig. Ze viel tussen wal en schip, ze was te goed voor een instelling, maar voor zichzelf zorgen kon ze niet.

Ze ging begeleid wonen en Flinn bleef bij ons. Dat ging best goed: ze kreeg een baan in de zorg, had een eigen autootje en haar schulden waren weg. Maar toen kwam corona, en kwam ze thuis te zitten in die begeleide woongroep met vijf jongelui. Toen ging het mis. Op een dag heeft ze een overdosis medicijnen ingenomen, raakte in coma en overleed.

Flinn was toen zes. Zijn wereldje ging door. Maar wij dachten, hoe gaan we hem dit vertellen? Hij is nog zo jong. We zeiden: ‘Mam haar hartje is stuk’. Maar dat is niet de waarheid. Het is moeilijk om het hem allemaal uit te leggen, om er de juiste woorden voor te vinden. Helemaal omdat het om onze dochter gaat. Toen hoorden we over het levensverhaal. Ik dacht meteen: ik wil het verhaal optekenen, helemaal.

De eerste keer hebben ik en mijn man twee uur met Samantha gesproken. Daarna nog een gesprek van een uur. Tussendoor stuurde ze ons het concept, waar wij op konden reageren. Ook onze andere kinderen hebben meegelezen. En Flinns vader, die hij om de week in het weekend ziet, werkte ook mee. Het is een moeilijk proces, maar heel belangrijk. Waarom alles zo is, dat vind ik er moeilijk aan, het staat zo zwart op wit. Maar straks hebben we dat verhaal. Dat hadden wij zelf nooit voor elkaar gekregen. Het gaat tenslotte over onze eigen dochter, waar het niet goed mee ging. Maar haar doodsoorzaak wordt er echt mooi in beschreven. Zij schrijven het voor je op. Dat helpt. Ik zou dat zelf nooit kunnen.

‘Een kind heeft recht op de waarheid’

Wat ik belangrijk vind, is dat Flinn eerlijk antwoord krijgt op de vraag: waar is jouw mama en waarom woon je bij opa en oma? En waarom woon je niet bij papa? Want hij wordt ouder, hij gaat vragen stellen én krijgen. Bijvoorbeeld van klasgenootjes die bij papa en mama wonen. Ik wil niet dat hij later denkt dat het aan hem ligt, of dat hij zijn eigen beelden gaat vormen. Hij heeft recht op de waarheid en om te weten: ‘zo is het gelopen’.

Wat ik ook heel belangrijk vind, is dat iedereen hetzelfde verhaal vertelt. Dat alle naasten dit verhaal gaan lezen. Mensen hebben de neiging om de boel te verdoezelen. Binnenkort wordt het verhaal voorgelezen aan Flinn en ons. Ik vind het spannend, het zal best moeilijk zijn. Ik verwacht dat Flinn een paar vragen stelt, zijn bal pakt en naar buiten gaat. Maar dan hebben we het verhaal, ook voor later. Dat hadden wij nooit voor elkaar gekregen. Het verhaal is nog niet af en toch ben ik er al heel blij mee. Ik vind het geweldig dat dit voor ons wordt gemaakt. Ik raad het ook iedereen aan. Deze kinderen zitten al vaak in de knoop. Het helpt om eerlijk te zijn, al is de waarheid soms moeilijk. Het levensverhaal maakt het mogelijk om het toch te vertellen.’

contact
Interesse in pleegzorg?

Meld je aan voor een informatiebijeenkomst.

Heb je liever direct contact? Dat kan! Mail ons dan. Wij denken graag met je mee.