(Pleeg)ouders

‘Je kunt juist veel betekenen voor deze kinderen’

verslaafd geboren babytjes
Daniëlle (53) getrouwd met René (58)
drie pleegkinderen: Milan (12) en de broertjes Levi (6) en Luuk (4) en vier volwassen kinderen

Daniëlle (53) en haar man René (58) hebben vier volwassen kinderen en drie pleegkinderen: Milan (12) en de twee broertjes Levi (6) en Luuk (4).  De drie pleegkinderen zijn verslaafd geboren. Daarnaast vingen zij meerdere verslaafd geboren baby’tjes tijdelijk op.

Daniëlle: ‘De eerste keer dat ik een verslaafd baby’tje zag, een jongetje van drie dagen oud, vielen me de schokbewegingen op, de onrust. Dit jongetje hebben we tijdelijk opgevangen. Daarna ben ik me in verslaving bij baby’tjes gaan verdiepen en zijn we vaker gevraagd om deze kindjes op te vangen. Inmiddels zijn we aardig ervaren.’

Soms wordt Daniëlle geïnformeerd dat er binnenkort een verslaafde moeder gaat bevallen, en staat het kindje al onder toezicht. ‘Ik ga dan meteen na de geboorte naar het ziekenhuis. Een verslaafd kindje in je armen houden is heftig. Het maakt sterke schokbewegingen en ziet soms paars. Het huilt veel en is gespannen. Dat zijn afkickverschijnselen. Hoe heftig die verschijnselen zijn, dat is afhankelijk van wat de moeder gebruikt heeft en hoe kort voor de bevalling ze nog gebruikt heeft.’

Klein
De twaalfjarige Milan was vijf maanden toen hij bij Daniëlle en René kwam wonen. ‘Het was een crisisplaatsing. Toen hij negen maanden was, zochten ze een langdurig pleeggezin voor hem, maar we besloten uiteindelijk dat hij toch bij ons kon blijven.’

‘We weten dat zijn moeder de avond voor zijn geboorte nog heroïne en cocaïne heeft gebruikt. Milan heeft onder controle van een arts gestaan, er is hartruis bij hem geconstateerd, maar dat is onschuldig. Hij is klein voor zijn leeftijd, terwijl zijn ouders groot zijn. Hij durft niet echt hoog te klimmen, met de techniektraining voor voetbal zie je dat zijn motoriek minder goed is dan die van andere kinderen. Maar ik zie dat zo: ieder ander kind kan dat ook hebben.’

‘Hij begint nu te puberen, en als hij boos is zegt hij: ‘Ik weet heus wel dat je mijn moeder niet bent.’ Maar mijn eigen vier kinderen deden tijdens hun pubertijd ook wel eens lelijk.’

Opbloeien
Ook thuis was hij nog een paar maanden onrustig. ‘Hij kon uit het niets gaan huilen en gillen, alsof hij op de grond was gevallen. Als hij in de kinderwagen lag moest ik soms twee pittenzakken op hem leggen en mezelf met mijn hele gewicht erbij. Tot ik hem voelde ontspannen en hij in slaap viel. We hebben hem nog lang moeten inbakeren.’

‘Ik wil dat er rekening met ze gehouden wordt, bijvoorbeeld op school, maar wil ze geen stempel meegeven’

Ingebakerd
De vierjarige Luuk woont vanaf zijn geboorte bij Daniëlle en René. ‘Luuks moeder kreeg methadon. Dat is een moeilijke drug om van af te kicken, ook voor een baby. Zomaar stoppen met methadon is gevaarlijk, het moest afgebouwd worden. Ik had al meerdere verslaafde baby’tjes in mijn handen gehad, maar dit had ik nog nooit meegemaakt. Ik zie hem nog strak ingebakerd liggen in een witte flanellen doek, vastgeplakt met witte tape. Met een klein spuitje kreeg Luuk om de zoveel uur methadon in zijn mond gedruppeld. Iedere 48 uur ging de dosis wat naar beneden, druppelsgewijs.

Dat afbouwen was heel moeilijk. Soms krijste hij ineens zo hard dat mijn oren het bijna niet aankonden. En een kracht dat hij had, dat was ongelofelijk. Zodra hij dan een druppel methadon kreeg werd hij weer rustig. Hij had de drug echt nodig. Dat was heel heftig om mee te maken.’

Gemiddeld mogen kinderen die verslaafd geboren worden na een week of drie, vier mee naar pleegouders. Tot die tijd komen pleegouders vaak langs om het kind vast te houden en te voeden. Daniëlle: ‘Luuk moest acht weken blijven. Ik ging elke dag naar hem toe en de laatste week sliep ik ’s nachts naast hem.’

Na een maand of vijf werd Luuk rustig. ‘Toen brak er een hele mooie periode aan. We zagen hem ontspannen en opbloeien. Hij is nu vier jaar en zit in groep 1. Het is een heel behulpzaam, lief kind. Hij heeft geen lichamelijke klachten. Hij praat alleen nog niet zo goed. Maar of dat door zijn geschiedenis komt, dat weten we natuurlijk niet.’

Leergierig
De zesjarige Levi is Luuks oudere broer, hij was vijftien maanden toen hij bij Daniëlle en René kwam wonen. ‘Levi heeft voor de geboorte de minste drugs binnengekregen, en bij hem denk ik juist: hij leeft af en toe in een eigen bubbel. Maar hij is de eerste acht maanden van zijn leven verwaarloosd. En dat heeft natuurlijk ook impact. Hij zit nu in groep twee en is heel leergierig. Hij wil dolgraag zijn naam leren schrijven en met cijfers werken.’

‘Alle kinderen zitten op een reguliere basisschool. Het gaat goed met ze. Wat ik  soms lastig vind is dat je dingen met ze meemaakt die kinderen met een gezonde start ook kunnen hebben. Je denkt bij deze kinderen telkens, dat kan door de verslaving komen. Ik wil dan enerzijds dat er rekening met ze gehouden wordt, bijvoorbeeld op school, maar ik wil ze ook geen stempel meegeven. Daar zoek ik telkens een middenweg in. Ik denk goed na wie ik wat vertel over hun voorgeschiedenis. Ik moet iemand wel kunnen vertrouwen voordat ik ze inlicht.’

Veel knuffelen
‘Ik zou tegen pleegouders willen zeggen: wees niet bang om kinderen die deze start hebben gehad voor langere tijd op te vangen. In het begin word je door het ziekenhuis heel goed begeleid. Baker het kindje in en houdt het heel veel vast, zeker de eerste drie maanden. Veel knuffelen en lekker tegen je aanhouden. Genegenheid is heel belangrijk, denk niet dat je een kind daarmee verwent. Het lijfje moet al zoveel meemaken. Vaak hebben ze een grote zuigbehoefte. Doe daar niet moeilijk over. Geef ze soms gewoon die 20 cc melk extra, ook al hebben ze net nog gedronken, of geef wat vaker een speentje.

De ontwenningsperiode is na drie tot vier maanden voorbij, dan zijn ze afgekickt. Zie het daarna als een gezond, normaal kind en behandel het ook zo. Loop je ergens tegenaan, vraag hulp. Verdiep je in de materie, maar hou het ook neutraal. Het kind krijgt genen mee van de ouders, en de start heeft mogelijk invloed op de ontwikkeling, maar verzorging en opvoeding spelen ook een grote rol. En daarin kun je juist veel betekenen voor deze kinderen.’

De namen van de kinderen zijn vanwege privacy gefingeerd.

Ramon

Ramón Lindauer is hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie bij het Amsterdam UMC en kinder- en jeugdpsychiater bij Levvel. In ‘Zorgen voor verslaafd geboren kinderen’ vertelt hij wat de gevolgen voor het kindje kunnen zijn en hoe je hier als pleegouder mee om kan gaan.

Ilse van der Mierden
contact
Interesse in pleegzorg?

Meld je aan voor een informatiebijeenkomst.

Heb je liever direct contact? Dat kan! Mail ons dan. Wij denken graag met je mee.