Pleegkinderen

‘Je hebt mensen nodig die je stimuleren’

Bereikt
Angelica (26)
Heeft modeatelier aan huis
Woont samen met haar man en 2 zoontjes (1,5 en 6 maanden)
bereikt

Angelica (26) werd geboren in Brazilië en groeide daar in armoede op. Vanaf haar dertiende sliep ze twee jaar lang bij vrienden en kennissen, tot ze bij pleegouders Piet en Sonja ging wonen. Daar greep ze alle kansen aan om zich te ontwikkelen. Nu is ze trotse moeder van twee zonen, heeft ze een man, een eigen kledingatelier en zelfs een hond.

Hoe ben je opgegroeid?
‘Tot mijn elfde heb ik met mijn moeder in Brazilië gewoond. Mijn vader zat bij de Nederlandse marine. Op mijn elfde verhuisden we naar Nederland. Maar mijn moeder dronk te veel, ze miste Brazilië en ging op een dag terug. Mijn vader moest ineens voor mij en mijn zus zorgen. Dat lukte hem niet. Mijn zus was vaak bij haar vriendje, ik was thuis. Toen ik dertien was, stuurde hij me het huis uit. Ik sliep toen bijna twee jaar bij vrienden en kennissen. Telkens moest ik weer buiten mijn schuld ergens weg, omdat de mensen waarbij ik woonde persoonlijke problemen kregen. Mijn vertrouwen in volwassenen raakte beschadigd. Hierdoor was ik op mijn vijftiende al veel volwassener in mijn denken en doen dan mijn leeftijdgenoten.’

Hoe was die periode?
‘Eenzaam. Het ergste was dat mensen dachten dat het aan mij lag dat ik niet thuis woonde. Op school vertelde ik dat het niet goed met me ging, maar de docenten geloofden me niet. Ik woonde een tijd in Purmerend en mijn school was in Krommenie. Ik moest om kwart voor zes de bus pakken om op tijd op school te zijn. Dat kostte vijftien strippen. Toen ik geen geld meer had om een nieuwe strippenkaart te kopen zei school: dan fiets je maar. En als je geen fiets kunt betalen, dan loop je maar. Ik had geen vrienden en de volwassenen om me heen wilden me niet helpen. Het was lastig om geen steun te hebben. Je hebt mensen nodig die je stimuleren en die blijven herhalen ‘het komt goed.’ Toch zie ik het niet als een nare ervaring. Alles is goed afgelopen. Ik sta – juist daardoor – nu heel sterk in mijn schoenen.’

Op je vijftiende ging je bij je pleegouders wonen. Hoe was dat?
‘Ik dacht meteen: ik ga er alles aan doen om hier niet weg te hoeven. Ik werd aangenomen op de mode-opleiding, dat was mijn droom. Ik heb alle diploma’s gehaald en daarna heb ik nog de Jeansschool gevolgd, een extra opleiding gespecialiseerd in denim. Ik heb nu een modeatelier aan huis. Ik ontwerp en maak zelf kleding, en ik werk in opdracht. Ik doe veel kleine producties. Sportkleding, kinderkleding, t-shirts, ik kan alles maken, zowel op maat als confectie. Vanaf mijn vijftiende had ik een bijbaantje in het teambuildingsbedrijf van mijn pleegvader. Ik verdiende eindelijk mijn eigen geld. Daarvan stuurde ik een deel naar Brazilië. Ik leerde patat bakken, autobanden verwisselen, boren, lampen ophangen.

Ik ben daardoor nog steeds heel handig. Ik hoef mijn vriend niet lastig te vallen met dit soort klusjes, hij heeft veel en zwaar werk in de bouw. Mijn pleegouders gingen naar oudergesprekken op school, brachten me naar feestjes en waren bij mijn diploma-uitreiking. Ze hielpen me met huiswerk en het verbeteren van mijn Nederlands. Ze betaalden zelfs mijn ticket toen ik naar Brazilië wilde om mijn oma te zien, die drie maanden na mijn bezoek overleed. Ze waren er voor mij als ik ze nodig had. Op mijn tweeëntwintigste ben ik op mezelf gaan wonen.’

Waar ben je zelf het meest trots op?
‘Ik wilde altijd al kinderen, en die heb ik nu, en ik zorg er zelf voor. Ik woon samen met hun vader in een mooi hoekhuis. We hebben zelfs een hond. En ik heb een eigen bedrijf. Ik heb bewezen dat je niet hoeft te worden wat je ouders zijn. Onze ouders zetten ons op de wereld, maar wij maken ons eigen leven. ‘Ik neem mijn ouders trouwens niets kwalijk. Ze hadden het anders moeten doen, maar ik weet ook niet wat er precies in die hoofden omging of hoe het op mijn vaders werk ging. Als je met die haat in je hart zit, dan kun je niet van jezelf houden en dan kun je niet verder leven.’

Wat zou je kinderen die nu in een pleeggezin wonen mee willen geven?
‘Ik heb veel kinderen gezien die zich niet goed gedroegen omdat ze terug naar hun ouders wilden. Maar juist als het goed gaat, dan heb je daar meer kans op. Dus verzet je niet. Ga leven, ga leuke dingen met je vrienden doen. En pak je kansen.’

Ilse van der Mierden
Nancy Siesling
contact
Interesse in pleegzorg?

Meld je aan voor een informatiebijeenkomst.

Heb je liever direct contact? Dat kan! Mail ons dan. Wij denken graag met je mee.