Nadat Jando (23) negen jaar geleden samen met zijn pleegouders en moeder meewerkte aan een tv-programma over pleegzorg, werd hij door buurtjongens gepest. Omdat zijn pleegouders Bert en Jan homo zijn. Jando besloot daarna toch bij zijn moeder te gaan wonen. Maar een jaar geleden stond hij weer bij Bert en Jan op de stoep. Hoe kwam hij tot deze beslissing? En wat heeft het hem tot nu toe gebracht?
Waarom ben je teruggegaan naar je pleegouders?
‘Ik heb me hier altijd thuis gevoeld. Dus toen het een tijdje wat minder goed ging bij mijn moeder, heb ik Bert en Jan een appje gestuurd. Of ik even langs mocht komen. We hadden best een tijd geen contact gehad, maar toen we elkaar zagen ging het meteen weer heel soepel. Alsof we gewoon begonnen waar we waren geëindigd. En toen ik vroeg of ik hier mocht wonen, zeiden ze ook meteen ja. Dat maakte me blij. Ik vond het wel lastig om mijn moeder alleen te laten. Maar je moet natuurlijk ook voor jezelf durven kiezen.’
Wat betekent dat voor jou?
‘Mijn eigen visie volgen. En me niet onder druk laten zetten door anderen, zoals mijn moeder dat bij me deed. Ik wil de ruimte hebben om mijn eigen weg te volgen. En dat heb ik nu.’
Wat heb je van je pleegouders geleerd?
‘Zelfstandigheid. Mijn moeder deed altijd heel veel voor me. Nu moet ik veel meer dingen zelf doen, in het huishouden bijvoorbeeld. Soms heb ik daar geen zin in, maar het is wel beter. Want als ik straks op mezelf wil wonen moet ik dat ook allemaal zelf kunnen.’
Wat doe je allemaal in huis?
‘Ik was mijn eigen kleren, ruim mijn kamer op. En ik ben begonnen met koken. Laatst had ik speklapjes met doperwtjes en rijst gemaakt. Niet normale speklapjes hoor, maar gemarineerd op z’n Surinaams. Met hulp van mijn moeder, die aan de telefoon vertelde welke kruiden ik moest gebruiken. Het zijn er zoveel, best wel een puzzel zo’n gerecht.’
Jan vertelde dat hij je moedig vindt, omdat je vaak voor mensen opkomt. Herken je dat?
‘Vroeger was ik veel meer in mezelf gekeerd. Nu ben ik een stuk opener, zelfverzekerder. Een tijdje terug zag ik dat een jongetje hier in de buurt werd gepest door andere kinderen. Toen ben ik gelijk met ze gaan praten, dat dat echt niet kon. En tegen het jongetje heb ik gezegd dat hij voor zichzelf moet opkomen. Dat gaf me wel een fijn gevoel.’
Bespreken jullie thuis veel met elkaar?
‘Superveel! Toen ik hier net terug was, vond ik het wel moeilijk om alles te zeggen. Maar nu doe ik dat gewoon. We hebben hele gesprekken tijdens het eten, over van alles en nog wat: wat je de volgende dag gaat doen, waar je mee zit, over vriendinnetjes, Trump, het klimaat, geloof.’
Verschillen jullie dan ook weleens van mening?
Lachend: ‘Zo vaak! Bert en ik denken meestal anders over dingen. Dan gaan we in discussie. Bijvoorbeeld over biologisch vlees. Ik vind: je moet gewoon eten wat er is. Maar Bert is echt van de dieren en de planten. Het kan hem bijvoorbeeld al dwars zitten als er een vogel doodgaat, haha. Ik vind dat soort gesprekken leuk. Je leert op een andere manier naar iets kijken. En je kunt elkaar van gedachten veranderen. Als Bert en Jan iets zeggen, ga ik wel nadenken van, ok, ja, zo kan het natuurlijk ook.’
En hebben ze ook wat van jou geleerd?
‘Ja, dat weet ik wel zeker! Wat? Het afdekken van eten! Ik ben nogal schoon, en heel hygiënisch met eten. Bert is dat juist niet, haha. Maar nu hebben we folie en bakjes om dingen goed op te ruimen en af te dekken.’
Je studeert Sport en Beweging, hebt een bijbaan en loopt stage. Hoe zie je de toekomst?
‘Ik vind sporten en lesgeven heel leuk. Maar ik wil graag bij de Marechaussee. Mensen helpen en veilig houden. Maar ik ga eerst m’n opleiding afmaken. En misschien wil ik wel naar Amerika. Een grote reis maken en het hele land zien.’