Pleegkinderen

‘Praten heb ik hier geleerd’

Oog voor eigen kinderen
Dwayne
de stem van het pleegkind
Eigen kinderen

Dwayne (19) woont sinds 10 jaar bij Tessa, Arjan en hun dochter Mikki (14) en zoon Wes (16). Hij zit in het derde jaar van de mbo-3 opleiding procestechniek en loopt stage bij een cacaofabriek.

Wat hem precies werd verteld toen hij op vierjarige leeftijd voor het eerst uit huis geplaatst werd, dat weet Dwayne niet meer. Maar het moment herinnert hij zich nog wel. ‘Ik werd uit school opgehaald door twee politieagenten in uniform. De politieauto stond bijna op het schoolplein. Dat is voor mij heel traumatiserend geweest. Het was onverwachts en onnodig. Als ze rekening met mij hadden gehouden, dan hadden ze het anders kunnen aanpakken. Bijvoorbeeld in burgerkleding komen, met een normale auto. Want voor klasgenoten was ik vanaf toen dat kind dat door de politie uit school werd gehaald en van de aardbodem verdween. En ineens was ik weer terug. Ik werd in mijn herinnering niet geholpen in hoe ik daarmee om moest gaan.’

Vanaf die bewuste dag is Dwayne elf keer ‘verplaatst’, zoals hij het zelf omschrijft. Van pleeggezin naar pleeggezin en tussendoor soms terug naar zijn moeder. Tot hij op school tegen zijn juf zei: niemand wil me hebben. ‘Tessa werkte ook op school, hoorde dat en besloot: we gaan kijken of we dit kind een plekje kunnen geven.’

Dwayne kan zich niet herinneren dat iemand hem naar zijn mening of gevoelens vroeg in de tijd dat hij zo vaak verhuisde. ‘Eer werd gewoon aangegeven: we hebben een gezin voor je gevonden, dan was er een kennismaking en als het klikte werd je geplaatst. En dan jammer genoeg, na een paar weken dan hoorde ik dat ik toch weer weg moest.’

‘Telkens was het hopen dat ik een plekje kreeg,’ vertelt hij, ‘want dat was het enige dat ik zocht. Het vele verhuizen heeft me veel gedaan en het werkte nog door in de tijd dat ik hier woonde. Ik was heel angstig en bang dat ik weer weg moest.

‘Ik was natuurlijk ook te jong om zelf te beslissen. Ik wilde het liefst terug naar mijn moeder. Ik was vaak bezorgd hoe het met haar was. Pas toen ik ouder werd, begon ik te begrijpen dat dat voor mijn eigen ontwikkeling niet goed was.

‘Verder was ik heel meegaand, omdat ik gewoon een plekje wilde. Dat was het enige dat ik zocht. Helaas waren de meeste pleegouders niet goed voorgelicht voor mijn komst. Ik denk dat veel pleegouders onderschatten hoeveel werk het is om een kind met trauma’s in huis te nemen. Het is niet je eigen kind, en dan heeft het ook nog een rugzak. Die had ik ook. Ik kon moeilijk mijn emoties tonen. Ik was erg angstig, ik bond me niet aan mensen.’

Bij Arjan en Tess komt Dwayne in een gezin waar openheid en eerlijkheid meer dan vanzelfsprekend is. ‘Tessa en Arjan waren vanaf het begin heel eerlijk. Ze zeiden dat de opvang in principe voor tijdelijk zou zijn. Om me niet blij te maken met een dode mus. Ik mocht mee op vakantie om te kijken of het klikte. En gelukkig mocht ik toen blijven.’

Iedere avond nemen ze aan de keukentafel met z’n vijven de dag door. ‘Ik was van nature niet iemand die veel sprak over mijn gevoelens of over wat ik ergens van vind. Ik voelde me vaak niet op mijn plek om dat te doen en ik had het niet geleerd. Maar hier zitten we iedere avond samen aan de eettafel, en dan praten we over vanalles. Er wordt hier echt naar mij geluisterd. Dan ontwikkel je vanzelf dat je meer deelt en je mening geeft. Praten heb ik hier geleerd.’

In het gezin is alles bespreekbaar. ‘Er zijn geen geheimen. Ik kan Arjan en Tessa echt alles vertellen, zelfs of ik een vriendinnetje heb of niet. Ze hebben ons ook gevraagd hoe we het vonden als er nog een pleegkind zou komen. Dat doen ze dan meerdere keren. Toen ze er nog zelf over na aan het denken waren. Twee weken later nog een keer. En daarna nog een keer. Om er zeker van te zijn dat iedereen het goed vond. En niet dat iemand van gedachten verandert en dat het dan al in gang was gezet. Nu komt er eens in de drie weken een pleegmeisje.’

Algemeen advies over hoe je een kind kan uitnodigen om diens stem meer te laten horen heeft Dwayne niet. ‘Ik denk dat dat je per kind moet kijken wat hij of zij nodig heeft om zich open te stellen.’ Al kan een vertrouwenspersoon volgens Dwayne wel goed helpen, iemand buiten het pleeggezin waarbij het kind zich veilig voelt. ‘Mijn vertrouwenspersoon was Hanni, ze was mijn pleegzorgwerker tussen mijn negende en vijftiende. Tegen haar was ik heel open. Ze vroeg me niet direct hoe het in het pleeggezin was, maar hoe het met míj́ ging. We hadden het over dingen die op dat moment in mijn leven relevant waren, zoals voetbal, vrienden en school. We hadden persoonlijke gesprekken, van mens tot mens.’

Ilse van der Mierden
Nina Schollaardt
contact
Interesse in pleegzorg?

Meld je aan voor een informatiebijeenkomst.

Heb je liever direct contact? Dat kan! Mail ons dan. Wij denken graag met je mee.