Jeroen is graag thuis bij Charlie, zijn pleegkind en kleinzoon, maar óók heel graag op de werf, de plek waar hij werkt. ‘Hier is geen dag hetzelfde.’
Jeroen had als kleine jongen al een bootje. Toen hij oud genoeg was, ging hij bij de marine. Daar kon hij varen en iets van de wereld zien. De eerste jaren vooral onder water, want hij zat bij de onderzeedienst. Nu werkt hij dichter bij huis, op één van de grootste scheepswerven van Nederland. Het botenvirus zit in de familie. Ook één van zijn zoons kreeg een baan op de werf. En Charlie, die vaart graag een rondje mee met opa en oma.
Je voer jarenlang in onderzeeërs rond de wereld. Tegenwoordig werk je als elektromonteur op een scheepswerf. Hoe werd je ondertussen pleegouder?
‘Zeven jaar geleden kwam onze kleinzoon Charlie bij ons wonen. Onze dochter, de moeder van Charlie, was ziek en kon niet goed voor hem zorgen. Zij is een paar jaar geleden overleden.’
‘Charlie vindt varen ook prachtig’
Wat voor kind is Charlie?
‘Charlie is gek op auto’s en trampolines, in de zomer zit hij het liefst elke dag in het zwembad. Hij is heel lief en kan leuk spelen.’
Hoe was het om de zorg voor Charlie plots te moeten combineren met werk?
‘Onze zoons woonden nog thuis toen Charlie kwam, maar waren al wel zelfstandig. Zo’n jong kind erbij verandert natuurlijk veel, maar we zijn blij dat hij er is. We hebben een druk leven en ik ben altijd wel bezig. De zorg voor Charlie kan ik daar prima inpassen. Ik werk graag. Als elektromonteur zorg ik dat op de werf alles blijft draaien. Eigenlijk is geen dag hetzelfde. We hebben natuurlijk een planning, maar er gaat ook altijd wel wat stuk, of er gebeurt iets, dat moeten we dan oplossen. We hebben een drijvend dok van wel 135 meter. Ik bedien de pompen waarmee zeeschepen uit het water komen voor onderhoud en reparaties. Dat vind ik mooi. Het doet me denken aan de tijd dat ik voer op onderzeeërs, toen bediende ik de afsluiters waarmee de onderzeeër onder water ging en weer boven kwam. Voor Charlie is mijn werk op de werf gewoon een baan. In de zomer gaat hij mee naar de barbecue en in de winter naar het kerstfeest.’
Hoe lang heb je bij de marine gezeten?
‘Dertig jaar. Eerst als scheepswerktuigkundige op onderzeeërs en later als elektromonteur bij de hydrografische dienst. Met de onderzeeërs gingen we vaak op missie, dan moesten we muisstil zijn. Het was een strak regime van zes uur op, zes uur af. Na vijftien jaar ben ik overgestapt naar de hydrografische dienst. Dat is een lossere tak van de marine. We hadden wetenschappers en een laboratorium aan boord. Met dieptemetingen brachten we de zeebodem in kaart om zeekaarten te maken. Zo kwam ik op veel plekken in de wereld, zoals de Caraïben.’
Houdt Charlie ook van varen?
‘Zeker, hij vindt het prachtig. Afgelopen zomer huurden we op vakantie een bootje. Dat beviel zo goed, dat we een sloepje gaan kopen. Die leggen we neer bij ons huis in Westzaan. Vanaf daar gaan we mooie tochtjes maken.’