Met haar kersverse diploma Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op zak ging Naomi de Vlas (35 jaar) negen jaar geleden direct aan de slag bij het pleegzorgteam Amsterdam Oost. Ze werkt er nog steeds. Haar drijfveer? Met pleegkinderen en ouders iets goeds opbouwen, om echt samen de ‘reis’ te maken.
‘Tijdens mijn studie deed ik mijn derdejaarsstage bij pleegzorgteam Amsterdam Oost. Ik was meteen op mijn plek in dit leuke team. Het werkals pleegzorgwerker, waarbij ik bij allerlei gezinnen thuiskwam, beviel me ook goed. Ik moest eigenlijk mijn volgende stage op een groep doen. Dat wilde ik niet. Maar na even zeuren mocht ik hier blijven en ik ben niet meer weggegaan. Best bijzonder.
De jeugd is de toekomst!
Al aan het begin van mijn studie wist ik dat ik het liefst met jongeren wilde werken. Zij hebben nog een heel leven voor zich. Daarom past pleegzorg zo goed bij mij. Door mijn adoptieachtergrond weet ik hoe het is om op te groeien in een gezin dat niet eigen is, geen bloedverwant. Dat je daardoor niet altijd begrepen wordt. Vroeger was ik bijvoorbeeld niet zoals mijn moeder, introvert en rustig. Als ik wilde spelen, dan vroeg ik haar niet of dat mocht, ik gíng gewoon. Soms was dat echt wel ingewikkeld. Begrijp me nou, dacht ik dan. Ook al waren het ontzettend lieve mensen, we spraken elkaars taal soms gewoon niet. Dat herken ik in mijn werk als pleegzorgwerker. Pleegkinderen hebben soms ook iemand nodig die hen begrijpt en hen als het ware kan vertalen.
Ik wil betrokken zijn bij belangrijke momenten, zodat ik echt met het pleegkind meereis
Wat heb je nodig?
Een mooi voorbeeld hiervan is mijn begeleiding van de twee zusjes Yuna en Inaya. Zo’n zeven jaar geleden heb ik de meisjes, toen vier en vijf jaar, met Jeugdbescherming bij hun oma en destijds pleegmoeder moeten uitplaatsen. De situatie daar voelde niet goed en gelukkig werden de meisjes naar mij steeds opener. Hoe moeilijk het ook was, ik kon er toen voor hen zijn. Nog steeds begeleid ik ze. Voor pleegkinderen is het zo belangrijk dat je er altijd voor ze bent en blijft komen, ook in moeilijke tijden. Juist dan moet je naast ze gaan staan en vragen: ‘Wat heb je nodig?’. Dan ben je betrouwbaar voor ze. En dat geldt ook voor de pleegouders. Hun pleegmoeder zegt wel eens: ‘Ik ben zo blij met jou als pleegzorgwerker. Wat jij allemaal voor ons doet. Ik heb altijd iemand die naar me luistert.’ Ja, dat vind ik heel waardevol. Met alle pleegkinderen probeer ik iets op te bouwen. Ik wil betrokken zijn bij belangrijke momenten, zodat ik echt met ze meereis. In dit vak kun je niet na twee jaar ineens iets anders doen, vind ik. Pleegzorgwerker ben je voor langere tijd.
De kracht bij pleegzorg zit in samenwerking. Hier ligt ook mijn verbindende rol
Vertaler zijn
Mijn achtergrond helpt me in mijn werk. Vaak ben ik die vertaler naar ouders, school of andere partijen rondom de kinderen. Die rol geeft me heel veel voldoening en gaat me goed af. Het lastige vind ik dat we door bezuinigingen soms niet alle hulp kunnen bieden die nodig is om de situatie te verbeteren. Dat doet zeer en daar kan ik ook wel van wakker liggen. Ik denk dat het succesverhaal achter Yuna en Inaya die jarenlange begeleiding is, maar zeker óók de goede samenwerking met de pleegouders. Ze zijn er echt op hun plek. Met alle hulp groeien ze op tot twee sterke zelfstandige volwassen meiden. De kracht bij pleegzorg zit in samenwerking. En hier ligt ook de verbindende rol van de pleegzorgwerker. Om vertaler te zijn. Want alleen dan kun je het samen doen.’ Vanwege privacy zijn de namen van de kinderen veranderd.