(Pleeg)ouders

‘Aan stoppen denken we nog niet’

Thuismakers pleegouders
Ingrid (61) en Richard (65)
(crisis)pleegouders
drie kinderen (35, 33 en 31) en één nog thuiswonende pleegzoon (20)
Interview

Met het uitvliegen van kinderen verandert er veel in huis en wordt de gezellige drukte soms gemist. Niet bij Ingrid (61) en Richard (65). Dagelijks worden hier nog luiers verschoond, verhaaltjes voorgelezen en vooral heel veel liefde gegeven. Als crisispleegouders vingen ze de afgelopen 20 jaar 29 baby’s en peuters op.

Ingrid: ‘Ons eerste pleegkind was acht dagen oud toen we hem ophaalden. Dat was heel spannend. Want de babytijd lag ver achter ons, onze jongste dochter was elf jaar. Je krijgt te horen hoe laat de laatste voeding was, en dan ga je naar huis met in de Maxi-Cosi een kind dat niet van jou is.’ Richard: ‘Zijn moeder vertrok naar Ethiopië en hij bleef bij ons. Op zijn zestiende hebben we hem geadopteerd. Daarnaast vingen we al die tijd baby’s en peuters op. Er was er één die slechts een dag bleef. De langste bleef anderhalf jaar, dat was een meisje dat veel zorg nodig had.’ Ingrid: ‘Ze had FAS (Foetaal Alcoholsyndroom, red.). Na een hersenbloeding kreeg ze een drain en tijdens die operatie werd ze getroffen door een hartstilstand. Dat was wel het heftigste dat we ooit met een pleegkind mee hebben gemaakt. We hebben vaak kindjes met beperkingen of medische problemen. Daar schijnen we goed in te zijn.’

‘En dan bloeit het na een tijdje op, en kruipt het uit zijn schulpje’

Mensjes-mensjes
Ingrid: ‘We zijn in de tijd dat er een baby is heel druk. Nacht- en dagvoedingen, darmkrampjes, slapeloze nachten. De rest van je leven staat dan stil. Na ieder kindje nemen we een pauze om tot rust te komen. Dan krikken we ons energielevel op. Maar na een tijdje ben ik er echt weer klaar voor.’ Richard: ‘We doen het niet om te laten zien ‘kijk ons eens goed doen’. We doen het omdat we het leuk vinden en je krijgt van een kind ook liefde terug.’ Ingrid: ‘Je ziet een klein hoopje mens dat uit een rotsituatie komt. En dan bloeit het na een tijdje op, en kruipt het uit zijn schulpje. Dan worden het weer mensjesmensjes, zeg ik altijd. Dat is heerlijk om te zien. Het is elke keer weer een wonder als zo’n kindje zich begint te ontwikkelen, vooral na zo’n nare start.’

Meteen verliefd
Ingrid: ‘In het begin vond ik het lastig als een kindje weer wegging, maar nu gaat dat beter. Het ligt er ook aan waar het naartoe gaat.’ Richard: ‘Je stopt er energie en liefde in. Als je afscheid neemt, wil je natuurlijk dat het ze goed gaat. Want je houdt van zo’n kind.’ Ingrid: ‘We zijn eigenlijk altijd meteen verliefd.’ Richard: ‘We zijn inmiddels heel goed met baby’s, dat kregen we ook van onze schoondochters te horen, toen onze kleinkinderen geboren waren. Op een gegeven moment herken je de huiltjes en zit je niet meer bij ieder geluid rechtop.’ Ingrid: ‘We zijn ook makkelijker geworden. Onze eigen kinderen lagen nooit bij ons in bed, dat was not done, maar pleegkindjes, die babietjes, als het niet gaat, dan leggen we het tussen ons in. En na een tijdje gaat het weer terug in het eigen bedje. Al vond de laatste het ook wel heel fijn tussen ons in.’ Richard: ‘Aan echt stoppen denken we nog niet. Maar ik ben nu 65 en werk nog fulltime. We bekijken na ieder kindje of we doorgaan. Ik denk daar nu wel meer over na dan eerst.’ Ingrid: ‘Als het aan mij ligt gaan we nog even door!’

Ilse van der Mierden
Maaike Koning
contact
Interesse in pleegzorg?

Meld je aan voor een informatiebijeenkomst.

Heb je liever direct contact? Dat kan! Mail ons dan. Wij denken graag met je mee.